Alweer geen goede voornemens. Mijn vier attitudes voor 2024
Aan het begin van het nieuwe werkjaar hoor je van mij traditioneel geen goede voornemens, maar een lijstje met werkattitudes die ik mezelf wil aanleren.
Losse doelen die je al dan niet haalt, daar heb je niks aan. Maar als je doorlopend heel bewust je manier van werken probeert te verbeteren, dan leer je het hele jaar door. Voor 2023 had ik vijf attitudes. Over het algemeen denk ik dat ik daar veel uit geleerd heb.
Voor 2024 zijn dit de vier attitudes waar ik beter in wil worden.
1. Het omgekeerde van controle is vertrouwen
Ken je pronoia?
Het is de (fictieve) tegenhanger van paranoia. Wat als iedereen achter je rug stiekem samenspant … om de dingen voor je geregeld te krijgen?
Ik ben niet zo’n rustige ziel. Van nature gedij is dus nogal goed in drukke agenda’s en een soort nooit-afhoudend workism. Met het ouder worden, besef ik echter dat die onrust vooral ontstaat uit een gebrek aan vertrouwen in de wereld. Dat het allemaal ook wel goed komt zonder al dat werk. Een gebrek aan pronoia dus. Vertrouwen hebben is voor control freaks zoals ik best lastig. Het vraagt dat je het operationele denken (“hoe organiseren we de dingen?”) verruilt voor een bijna spirituele aanpak (“Geloven dat het goed komt”).
Benieuwd of dat me dat dit jaar lukt. Dat komt helemaal goed!
2. Vertragen
Ik ben bovengemiddeld goed in deadlines halen, multitasken, to do-lijstjes aftikken en een bijna doorlopende mailbox zero. Maar dat gaat ten koste van rust, kalmte én inzicht. Ik merk dat ik pas op m’n best ben als ik ook mentale ruimte heb voor mensen en vraagstukken. Vorig jaar dacht ik dat ik dat kon oplossen door meditatie toe te voegen aan m’n programma. Nóg iets voor op de to do-lijst, weet je wel? Échte vertraging is echter niet nóg meer dingen doen. Het betekent bijvoorbeeld dat de treinrit naar een klant niet het moment is om m’n e-mails te doen. Dat tijdens de lunch de laptop dicht gaat. En dat na 21 uur de mobiele telefoon uit gaat. Hypersnel multitasken kunnen we al. In 2024 wil ik leren om dat vooral trager te doen.
3. Meer aandacht voor wat er tussen mensen gebeurt
Ik schreef in 2023 het boek “Vertellers, Geen Verkopers” over zelfzeker management voor cultuurhuizen. Om het leesbaar te houden, besliste ik al heel snel in het schrijfproces dat ik niet te veel wilde schrijven over groepsdynamiek en people management.
Daarover bestond al heel wat goede literatuur en afbakenen is nu eenmaal belangrijk. Maar in het echte leven kan je strategie en mensen niet scheiden. Overal waar mensen bijeenkomen zijn er relaties. In 2023 formuleerden Tijs Vastesaeger en ik daarom in onze gezamenlijke aanpak alvast het principe dat al onze begeleidingen altijd “een proces van resultaten én een proces van mensen” zijn.
In 2024 wil ik dus nog meer de gevoeligheid ontwikkelen om naast de resultaten ook te kijken naar wat er tussen mensen gebeurt.
4. Meer e-mail en bellen, minder algoritme
Méér e-mail??? Jawel.
In december begon ik een profiel op Zuckerberg’s nieuwste sociale mediaplatform Threads. Ik ben het nu al beu. Vijftien jaar geleden was ik echter een grote fan van sociale netwerken. Steeds meer wordt duidelijk waar voor mij het probleem zit. Het algoritme zit in de weg van onze gesprekken.
Kort gezegd: sinds de opkomst van social media praten we online niet meer mét elkaar. We leuteren allemaal tegen een computer die stukjes van dat gesprek doorsluist naar andere mensen. Geen wonder dat het platformleven zo stompzinnig en frustrerend aanvoelt. En dat die Whatsapp-groep beter voelt.
Dat was vroeger anders. Het internet was de plaats van algoritme-vrije blogs, nieuwsbrieven en forums. Een e-mail is algoritme-vrij: hij gaat naar alle lezers, niet naar een computer die vervolgens beslist welk stuk van die e-mail naar wie gaat. Ik wil dit jaar verder werken aan het algoritme-vrijer maken van m’n netwerk. Meer e-mail, minder algoritme dus.
Ik heb een paar mensen waar ik een paar keer per jaar een langere e-mailcorrespondentie mee voer. Soms duurt het 2 maand voor de ander antwoordt. Vaak zijn dat de leerrijkste brieven. Laten we dat vooral meer doen.