Waarom we concerten missen
Don’t it always seem to go that you don’t know what you got ’til it’s gone? We stellen het nu al weken zonder liveconcerten en het gemis begint te wegen.
Deze verplichte bezinningsperiode leerde ons alvast dat online muziek de concertbeleving niet kan vervangen zelfs wanneer er geen alternatief is. En dat moet ons nieuwe inzichten kunnen brengen over de rol van concertzalen.
Waarom we concerten missen
De livesector was erg gewend geraakt aan het presentatiemodel: het geloof dat het de rol van een concertzaal is om bands aan te bieden aan een publiek. Dat is wat het woord promoter betekent. Je zoekt een band met een goed repertoire en promoot die bij het publiek op zo’n manier dat artiest en promoter er een beetje aan verdienen. Je vult je zaal met individuen die graag willen genieten van de artiest en iedereen wordt er blij van.
Of wérd er blij van.
Het virus verstoorde deze praktijk. Om veiligheidsredenen kunnen we geen grote aantallen individuen bijeenbrengen in een zaal. Deze losse klanten zouden in theorie nu aan hun trekken kunnen komen via online services als Spotify, Youtube of Bandcamp en via een wildgroei aan live-streams. Maar in de praktijk is er een gemis.
Mensen verenigen rond muziek
We leren nu een heel waardevolle les. Concertzalen en festivals hebben helemaal niet als taak om individuen en artiesten met elkaar in contact te brengen. De bestaansreden van de livesector is immers het bijeenbrengen van groepen mensen. Van scenes. Van sociale kuddes. Van stammen die zich verzamelen rond muziek.
Als het alleen om de één-op-één-relatie tussen klant en artiest ging, dan streamden we straks Werchter en zou er geen probleem zijn. Maar dat probleem is er duidelijk wel. De essentie van een festival als Werchter is dat we het allemaal samen beleven. Dat de muziek ons verenigt. Dat je iets deelt met wildvreemde mensen waardoor we even geen vreemden meer zijn.
In dat opzicht heeft popmuziek dan ook meer gemeen met nightlife, cafés, rituelen en leesgroepen dan met de bioscoop, de opera of het museum.
De essentie is sociaal
We zullen verplicht worden om liveshows en festivals een tijdje te vervangen door online initiatieven, maar dat zal niet blijvend zijn. En de succesvolle alternatieve initiatieven van straks zullen zwaar inzetten op sociale interactie. Het Eurosongfestival vervangen door livestreams vanuit verschillende Europese repetitieruimtes? Boring. Met half Europa tegelijk op Twitter hevig discussiëren over die gepikte baslijn van Denemarken? Bring it on!
De livesector maakt de grootste crisis door in haar geschiedenis. Wat ons uniek en waardevol maakt, is op dit moment ook dodelijk. Dat is verschrikkelijk, maar we komen hier sterker uit. Het landschap mag er dan anders gaan uitzien, de essentie blijft altijd overeind. En die essentie is sociaal.
Misschien is dit het uitgelezen moment voor zalen en festivals om hun missietekst nog eens vast te pakken. Als daar iets instaat als ‘We bieden uitmuntende concerten aan aan het publiek’ dan is het nu tijd om dat te herschrijven. Je zal zien hoeveel rijker ons metier wordt wanneer die missies straks allemaal beginnen met ‘We brengen mensen samen rond muziek’.