Subsidies: Niemand wordt beter van de loopgravenoorlog

Het rommelt al wekenlang in het Antwerpse gesubsidieerde kunstenveld. Het begon bij de beslissing van de stad om alle projectsubsidies voor kunstenaars te schrappen. Het escaleerde tot een gênant dovemansgesprek tussen politiek en kunstenveld.

Dit weekend kwam daar nog het schandaal rond de vzw achter Gent Jazz en Jazz Middelheim bovenop. Franky Devos van Viernulvier hoopt vandaag in De Standaard dat dit het einde is van een cultuur van toxisch leiderschap in de sector. Maar hij waarschuwt terecht dat ook dit schandaal heel makkelijk kan omslaan in brede politieke statements tegen cultuursubsidies.

Het is een non-gesprek geworden. Politiek en sector hebben zichzelf te lang neergelegd bij een loopgravenoorlog waar veel geroepen wordt, maar weinig opgebouwd.

Dat is jammer, want er valt heel wat te bespreken.

In Londen ligt de subsidie van de English National Opera onder vuur, maar wél om een inhoudelijke reden. Die reden is publieksbereik en kent voorstanders en tegenstanders.

Vorige maand las ik ook ‘Grazen boven het Kunstgras‘ van Melle Daamen, een boek dat bijzonder kritisch is voor de manier waarop kunstsubsidies worden gebruikt in Nederland. Het is soms wat kort door de bocht, maar er staan wél interessante voorstellen in waar je voor of tegen kan zijn.

Tussen ‘alles houden zoals het is’ en ‘alles afschaffen’ zitten immers zoveel betere opportuniteiten.

Alan Feld verwoordde dat ooit goed. De belastingbetalers zijn ‘patrons despite themselves‘, geldschieters zonder dat ze er zelf om gevraagd hebben. Is het dan niet logisch dat we het subsidiedebat niet alleen overlaten aan politici en de gesubsidieerde sector, maar ook aan dat publiek zelf?

Een goed subsidiebeleid weegt de noden van kunstenaars en publiek af. Gesubsidieerde huizen en politici hebben dan de rol die noden zo goed mogelijk te verenigen.

Dat laatste kan je alleen maar doen, als je ook bereid bent uit de loopgraven te komen. Als het vertrouwen er nog niet is om elkaar direct te benaderen, dan is het alvast een goed idee om alletwee een stap dichter te zetten naar dat publiek.

Op die manier komen we elkaar straks ook wel weer tegen.