Waarom je als cultuurhuis je publiek moet betrekken bij het maken van je aanbod.
Voor wie doen we het eigenlijk?
Cultuur gaat over waarden. Het gaat over schoonheid en emotie. Voor cultuurmakers is het dan ook logisch dat alles vertrekt vanuit die waarden.
Maar artistieke producten hebben hun beperkingen.
Eens ze af zijn, blijft er alleen nog maar verkopen en toeleiden over. Dat bemoeilijkt het bereiken van nieuwe publieken. Hoe overtuig je hen met een product waarvan je niet weet of ze het interessant vinden?
Het is meer dan een marketingprobleem.
Als we artistieke producten volledig afwerken voor we ermee naar een publiek trekken, welke ruimte laten we dan nog voor dat publiek? Waar passen zij in ons verhaal?
Zonder publiek geen kunst.
In plaats van éénrichtsverkoop maak je van je relatie met je publiek daarom best een dialoog. Het artistieke product wordt dan een doorlopend proces. Producten zijn dingen die mensen alleen maar kunnen kopen, maar processen zijn dingen waar mensen aan kunnen bijdragen.
Bekijk je werking daarom vanuit het perspectief van de klant en niet alleen van je waarden.
- Voor wie werk je? Hoe scherper je dat in kaart hebt, hoe makkelijker het wordt om ze bij het proces te betrekken.
- Vraag doorlopend hun input. Je werkt vanuit een aanname van wat je klanten willen. Maar klopt die wel? De enige manier om dat te weten te komen, is het ze te vragen.
- Ga breder dan alleen aanbodsdenken. Ook vrijwilligerswerk, zaalhuur, sociale contacten of een leuke nieuwsbrief kunnen een onderdeel van het klantenaanbod zijn.
Het klantenperspectief en de waarden van een culturele organisatie staan niet op gespannen voet. De kunst is om te ontdekken wat de klant nodig heeft en dat in een zo goed mogelijke vorm te gieten.
Het onderzoek naar die best mogelijke vorm, doe je best ineens met je publiek erbij.