Denken vanuit je publiek, niet vanuit je aanbod
Cultuurhuizen worstelen vaak met het woord ‘klanten’
Dat is niet zo gek: ze vertrekken vanuit de waarde van de kunst, niet die van de verkoop. Alles begint bij een aanbod dat we vervolgens aan een publiek aanbieden. Toch?
Het kan anders.
Bij klassiek aanbodsdenken vertrekt je werking vanuit de vraag “Wat doen we allemaal?”.
Een klantgedreven perspectief daarentegen begint bij de vraag “Voor wie werken we allemaal?”
- Scholen
- Beginnende kunstenaars
- Jongeren uit de wijk die een vrijetijdsaanbod willen
- Een breed publiek uit 10 km omtrek
- …
Elk huis definieert haar klantengroepen op een andere manier. En het is net die keuze, of de combinatie van keuzes, die jou uniek maken. (Je vermijdt daarbij wel best de circulaire publieksredenering)
Ook subsidiegevers, sponsors en vrijwilligers zijn klanten.
Die laatste groep betaalt niet met geld maar investeert tijd, energie en liefde in je organisatie. Wat willen ze er voor terug? Hoe communiceer je met ze? En hoe luister je naar hun noden?
Klantdenken haalt de traditionele verkokering uit je werking.
De programmator, de marketeer, de ticketbalie, de zaalverhuur, … vanuit aanbodsdenken doen ze allemaal andere dingen. Vanuit klantdenken werken ze samen voor dezelfde klanten.
Meteen wordt succes ook tastbaarder.
Of een aanbod goed is, is immers een kwestie van smaak. Maar of klanten tevreden zijn, ontdek je eenvoudig door het ze te durven vragen.
Jouw organisatie is de optelsom van al je klantengroepen. De manier waarop je hun noden duurzaam verenigt, is jouw unieke business model.